Kommentar
Auf S. 24,
Zeevende Les., schrieb Lairesse: "
Deze Voorbelden zal men ieverig na teekenen. Het eerste is een Ovaal of Ey figuur. Het tweede hoe een mensche tronie, of aangezicht verdeeld is. De oogen zyn zo wyt van elkanderen, dat er noch een oog tussen beide zou kunnen staan. De neus is een derde des aangezichts lang."
Damit ist die Maßeinheit gleichsam nebenbei, aber schon an entscheidender Stelle als Maß des Kopfes benannt. Gesicht und Hände seien jeweils ein Zehntel der Gesamthöhe sowohl des männlichen als auch des weiblichen Körpers.
Diese Proportion ist der europäische Standart in der bildenden Kunst sowohl des XVII. als auch des XVIII. Jahrhunderts. Er fährt fort: "De voeten zijn het zesde deel eens mensschen, en is 1/8 langer als breed. Het aangezicht en de handen, moeten net emt haar lengten overeen komen, zijnde elt het thiende deel eens beelds." Auch hier wird wiederum ein Standart gewählt, der seit Vitruv seine Gültigkeit behielt.
Gerard de Lairesse (*11.11.1640 Luik - † 21.07.1711 Amsterdam) war am Ende des Jahrhunderts erblindet (1690), nachdem er eine Karriere als Historienmaler schon fast beendet hatte. Von nun ab hielt er Vorträge zu den Grundlagen der Ausübung von Zeichnen und Malen. Diese Vorträge wurden von seinem Sohn aufgezeichnet und danach zum Drucker gegeben. So entstanden eine Vielzahl derartiger Anleitungen aus seinem Munde. Die Illustrationen sind nicht bezeichnet oder signiert. Sie stammen wohl von der Hand eines seiner Söhne, den er selber ausgebildet hatte.
Bibliographie
Titel: »
Grondlegginge ter Teekenkonst, Zynde een korte en zeekere weg om door middel van de Geometrie of Meetkunde, de Teeken-konst volkommen te leeren. Door Gerard de Lairesse.« Eerste Deel. t′Amsterdam, By Willem de Coup, Boekverkooper op ′t Rockin, aan de Val-brug. M. D. CCI.
- Frontispiz, Titelblatt, I Blatt
Op de Tytelprint, III Blatt
Opdragt, V Blatt
Schets Van De Grondlegginge Ter Teekenkonst, Door Gerard De Lairesse., II Blatt
Aan den Konstryken Heere Gerard De Lairesse, II Blatt
Aan den Lezer., Fol. 1
Grondlegginge - 115
Einde, 7 Abbildungen im Text, unnumm. Tabula 1 - 12.
Literatur: M. D. Henkel, "Lairesse, Gerard de." In: Ulrich Thieme - Felix Becker (Hg.), »Allgemeines Lexikon der bildenden Künstler.« Bd. 22, 1928, S. 233 - 237; J. J. M. Timmers, »Gérard Lairesse.« phil.Diss. Amsterdam 1942.
Exemplare: Heidelberg, Universitätsbibliothek
› digital.
1707, 2. Druck
1712, 1714, 1716, 1740, 1836; Deutsch: 1727 - 1730,
1745,
1776 (o. Taf.),
1784 - 1819,
1804; engl.: 1738, 1778, 1817; franz.:
1746, 1787.
© wpgerlach 12.12.1999, revidiert o6.2019.